zij
zij - Persoonlijk voornaamwoord 1. 3e persoon enkelvoud vrouwelijk, nominatief ♢ Heeft zij dat gezegd of was het haar echtgenoot? 2. 3e persoon meervoud, nominatief ♢ Hebben zij dat gedaan of was het de oppositie? zij - Zelfstandignaamwo...
Wiktionary (2019)
zij - Persoonlijk voornaamwoord 1. 3e persoon enkelvoud vrouwelijk, nominatief ♢ Heeft zij dat gezegd of was het haar echtgenoot? 2. 3e persoon meervoud, nominatief ♢ Hebben zij dat gedaan of was het de oppositie? zij - Zelfstandignaamwo...
Muiswerk Educatief (2017)
zij - voornaamwoord 1. derde persoon enkelvoud vrouwelijk, of meervoud, subject ♢ gaan Jan en Josien ook mee? Zij wel, maar hij niet Voornaamwoord: zij Synoniemen ze
Michel Uyen
zij (voornaamwoord, frequent), ook na voorzetsel: Voor zij die er niet bij waren, hebben we een samenvatting gemaakt (voor degenen, voor hen). — (aanvoegende wijs): Wat er ook van zij... (Hoe het ook zij...; vgl. Quoi qu’il en soit...)
Van Dale Uitgevers (1950)
v. (-den), 1. grenslijn van een vlakke figuur: een ruit wordt begrensd door vier gelijke zijden; de zijden van een driehoek; 2. kant, grensvlak van een lichaam: de zes zijden van een dobbelsteen, van een kubus ; een steen op zijn smalle, brede zijde leggen ; de holle, de bolle zijde van een lens ; — vgl. boven-, onder-,...
M. J. Koenen's (1937)
I. pers. vnw. 3de ps. vr. enkelv. en 3de ps. m., vr. en onzijdig, mv. in de onderwerpsvorm. II. v. (een vrouwelijke persoon; wijfjesdier): een hij of een zij. III. zie zijde.
Jozef Verschueren (1930)
I. → pers. vrnw. derde persoon v. enk., of mv. van de derde persoon ; zei; zeiden. II. v. (-’s) 1. vrouwelijke persoon : is die schrijver een - of een hij ? 2. Uitbr. wijfje van een dier : is die kat een - of een hij? III. v. (-den; -tje) afkorting van : zijde.
J.H. van Dale (1898)
Het begrip zij heeft 2 verschillende betekenissen: 1. zij - ZIJ, pers. vnw. derde persoon vrouwelijk enkelvoud; (ook) meervoud van den derden persoon ; — wijfje van eenige diersoorten: is die vogel een hij of eene zij ? 2. zij - ZIJ, v. zie ZIJDE.
I.M. Calisch (1864)
Zij, (B. ZY), vnw. derde persoon vrouwelijk enkelvoud; (ook) meervoud van hij of zij. *-, v. zie ZIJDE.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: