zijbeuk
zijbeuk - Zelfstandignaamwoord 1. (bouwkunde) een ruimte die evenwijdig loopt aan het middenschip van en kerk ♢ De zijbeuken zijn meestal smaller en lager dan het middenschip.
Wiktionary (2019)
zijbeuk - Zelfstandignaamwoord 1. (bouwkunde) een ruimte die evenwijdig loopt aan het middenschip van en kerk ♢ De zijbeuken zijn meestal smaller en lager dan het middenschip.
Wouter van Boesschoten, Wieneke van Breukelen, Ton Konings m.m.v Henriette Coppens, Eefje Lonis, Jos van Waterschoot & Simon Wienke (2002)
Getty Research Institute (1990)
zijbeuk - Ruimten aan weerszijden van het schip van een religieus of seculier gebouw, die vaak lager en kleiner zijn dan het middenschip.
M. J. Koenen's (1937)
m. zijbeuken (ruimte, ter zijde v. h. middenschip): de St.-Jan in Den Bosch heeft ten N. en ten Z. twee zijbeuken.
Jozef Verschueren (1930)
('zij) m. en v. (-en) beuk, schip ter zijde van de middenbeuk van een → kerk. Syn. zijschip.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
m. (-en), (bouwkunst) ruimte in een meerbeukige kerk in de lengterichting ter zijde van het schip.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: