uit
you're in trouble
Wiktionary (2019)
uit - Voorzetsel 1. geeft aan van welke plaats iets komt. ♢ Dit komt 'uit de pot. uit - Bijvoeglijk naamwoord 1. niet aan, stand van een apparaat. ♢ Het koffiezetapparaat is al uit. 2. balsport term voor als de bal buiten de lijnen v...
Muiswerk Educatief (2017)
uit - bijwoord, voorzetsel 1. afgelopen, het werkt niet meer ♢ het spel is uit 1. ik ben er helemaal uit [ik weet niet meer hoe het moet] 2. hun verkering is uit ...
drs. Toine van Hoof (2017)
1. Kort voor ‘uitkomen’ in de uitdrukking: ‘uit moeten’. 2. Kort voor ‘uitgepast’ in uitdrukkingen als: ‘het ging 3♠, uit’.
Peter Bakema (2003)
- er niet aan uitkunnen, er niets van snappen of het voor die prijs niet kunnen doen. - er aan uit kunnen, het snappen of het voor die prijs kunnen doen. Ah voilà, dat is de vraag. Ik heb die film gezien op de Nederlandse TV en daar hebben ze vertaald ‘je kunt niet reizen in de ruimte’ en ik heb die f...
dr. P.J. van Swigchem en E.J. Slot (1990)
Walter De Clerck (1981)
I. Als vz. In versch. toep. waar in de standaardt. van gebruikt wordt: uit staaldraad, uit hout (gemaakt) enz., van staaldraad enz.; kalfsvlees uit de schouder e.d., van de schouder; goed uit de tongriem gesneden, van de tongriem; uit ganser harte, van ganser harte; terug zijn, komen uit vakantie e.d., van...
H.J. Terblanche - M.A., D. Litt
geuit, praat; uiter; dood; klaar; geëindig; uitgegaan; uitgekom; buite; wat oorsprong aandui; deur middel van; wat oorsaak of beweegrede aandui; weens.
Fa. A.J. Osinga (1952)
praep. & adv., út; ergens —, earne ta’n út; er op —, op 'e swalk, sweef, toffel, flitter, kêdde, op 'en baen; — rijden, út to riden; — fietsen, fuort to fytsen; met iem. — zijn, mei immen op en út wêze; (afge...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: