Wat is de betekenis van uitbannen?

uitbannen - Werkwoord 1. (ov) iets uitdrijven of wegjagen ♢ Wij hebben de duivel hier volledig uitgebannen. Woordherkomst samenstelling van uit(bijwoord) en bannen(werkwoord)

uitbannen - regelmatig werkwoord uitspraak: uit-ban-nen 1. ervoor zorgen dat hij of het weggaat ♢ we hebben het kwaad uitgebannen Regelmatig werkwoord: uit-ban-nen ik ban uit (... ik uitban) ...

zie Exorcisme.

v., útbalje, -banne.

(bande uit, heeft uitgebannen), 1. verbannen, iem. zekere kring ontzeggen. 2. een duivel uitbannen, door bezwering uitdrijven.

bande uit, h. uitgebannen (uit het land bannen; iem. niet meer in een gezelschap toelaten): een duivel uitbannen, exorciseren.

('uid) (bande uit,heeft uitgeband) 1.uit het land enz. bannen. 2. uit een kring ontzeggen.

(bande uit, heeft uitgebannen), verbannen, iemand een bepaalde kring ontzeggen; de duivel uitbannen.

UITBANNEN - (bande uit, heeft uitgebannen), verbannen, iem. zekeren kring ontzeggen. UITBANNING, v. (-en).