Wat is de betekenis van Rut zijn?

2024-04-29
Spreekwoorden en gezegden

F. Stoett (1977)

Rut zijn

berooid zijn, geen geld meer hebben; alles in het spel verloren hebben; robhie zijn, blut zijn. Fr. être à l’as; être molle. De oorsprong is zeer onzeker; het is niet onmogelijk dat we in dit rut hetzelfde woord moeten zien als in rut (en roy) dat we in de 16de eeuw aantreffen in de zin van arm, gemeen volk, schorremorrie;...

2024-04-29
Nederlandse spreekwoorden

F.A. Stoett (1923-1925)

Rut zijn

D.i. berooid zijn, geen geld meer hebben; alles in het spel verloren hebben (zie ‘Blut (of blutsch) zijn’); robbie, lut, luts(Waasch Idiot. 415 a; Fri. Wdb. II, 137 b) zijn; blekzijn (Rutten, 31); kabs (Köster Henke, 29); kweps zijn (V.d. Water, 101); loste zijn (Köster Henke, 41); mol zijn (Antw. Idiot. 829; Ndl. Wdb. IX, 102...

2024-04-29
Nederlandse spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden

F.A. Stoett

Rut zijn

berooid zijn, geen geld meer hebben; alles in het spel verloren hebben; robhie zijn, blut zijn. Fr. être à l’as; être molle. De oorsprong is zeer onzeker; het is niet onmogelijk dat we in dit rut hetzelfde woord moeten zien als in rut (en roy) dat we in de 16de eeuw aantreffen in de zin van arm, gemeen volk, schorremorrie;...