Wat is de betekenis van Zijn?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

zijn

zijn - Werkwoord 1. ergatief: bestaan: Er is leven na de dood. Zij is niet meer. 2. ergatief: zich bevinden We waren in Portugal. 3. (copl): gelijk zijn aan: Johan is...

2024-04-19
Bijbels Lexicon

Karina van Dalen-Oskam & Marijke Mooijaart (2017)

Zijn

Wie niet voor mij is, is tegen mij, er zijn slechts uitgesproken voorstanders òf tegenstanders; iemands neutrale houding is te beschouwen als een hindernis, als tegenwerking. ‘Wie niet met mij is, is tegen mij, en wie niet met mij samenbrengt, drijft uiteen’, zo spreekt Jezus volgens Matteüs 12:30 (NBV) tot zijn discipelen. De uitdrukking bevat gew...

2024-04-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

zijn

zijn - onregelmatig werkwoord, voornaamwoord 1. een werkelijkheid vormen, bestaan ♢ er zijn mensen die op hun handen kunnen lopen 1. er was eens .... [er leefde eens] 2. ware he...

2024-04-19
Kuifje in Vlaanderen

Michel Uyen

zijn

Er moeten opnieuw mensen leraar willen zijn (worden). — zijn/hebben: Ik heb daar wreed vaak geweest. Hij was moeten trouwen. De advocaat heeft tot het besef gekomen dat de zaak ongunstig was. Ik heb het daar nog niet tegengekomen. Wie is gewon¬nen? Ik ben gewonnen! Hoe is dit kunnen gebeuren? Aan iemand uitleggen hoe het zover was kunnen...

2024-04-19
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

zijn

- wat zijn we ermee?, wat hebben we eraan? - we zijn (ermee) weg, we gaan ervandoor, we stappen maar eens op, we gaan weg. - wat ervan zij, hoe dan ook.

2024-04-19
Een woordenboek van de filosofie

Begrippen, stromingen, denkers (2017)

Zijn

Men heeft verschillende soorten zijn onderscheiden. Existentie of bestaan wordt soms onderscheiden van subsistentie of zijn en andere begrippen. Zo meende Meinong dat materiële objecten, evenals andere dingen in ruimte en tijd zoals schaduwen of zwaartekrachtvelden, bestaan (existieren), terwijl zaken als universalia, getallen en het verschil tusse...

2024-04-19
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Zijn

1. v., wêze, wie, west; hij is niet meer, hy is wei, út ’e tiid; er slecht aan toe —, der slim ta wêze, sitte, der min foar sitte; het is nu eenkeer zo, it (lân) leit der sa ta; hem(bij kinderspelen) it wêze; geweest zijn, west hawwe. 2. pron.,...

2024-04-19
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

Wil je toegang tot alle 17 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Zijn

(is, was, is geweest), I. als zelfst. ww., 1. (abs.) bestaan, in wezen zijn: het wonder is het er iets is; God die is, die was en die wezen zal; ik denk, dus ben ik, grondstelling der leer van Descartes ; ze 'n zijn niet meer, ...ze *n zijn niet meer, ze waren! (Gezelle); 2. (met inchoatieve bet.) ontstaan, geschieden: God zeide...