Wat is de betekenis van Nat?

2024-04-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

nat

1) (19e eeuw) (plat) (van een vrouw) geil; (van een man) 'nat worden': zaad uitstorten. Aantekening van Boekenoogen. • Mary hield met haar vingers haar kutje goed open en Cathy bracht behoedzaam de rubber stok naar binnen. Daarna ging ze langzaam op en neer en Mary merkte al gauw dat het een ongekend heerlijk gevoel was. Ze werd helemaal nat....

2024-04-27
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Nat

Zie Nathaniël

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

nat

nat - Bijvoeglijk naamwoord 1. gedrenkt in een vloeistof, meestal water Hij nam het aanrecht af met een natte doek. nat - Zelfstandignaamwoord 1. (drinken) vocht nat - Werkwoord 1. enkelvoud tegenwoordige tijd van natten 2. gebiedenwijs van natten Verwante...

2024-04-27
Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

Nat

Net als koffie en melk komt nat in verschillende uitdrukkingen voor in de betekenis 'borrel'. De bekendste is het heilige nat (zie ook heilige). Deze borrel naam dateert waarschijnlijk uit het begin van de 19de eeuw en wordt ook nu nog volop gebruikt. Zo schreef een Amsterdamse informant: Wij gebruiken de uitdrukking vooral wanneer er bij het insch...

2024-04-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

nat

nat - bijvoeglijk naamwoord 1. waar vloeistof op of doorheen zit ♢ denk erom, de verf is nog nat 1. een natte cel [toilet, douche, of badkamer] 2. nat tot op zijn hemd ...

2024-04-27
Jargon & Slang van Studenten

Marc De Coster (2017)

Nat

Nat - natuurkundig examen: hij heeft zn eerste nat gedaan.

2024-04-27
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Nat

1 dat is niet gepiest en toch-, dat is niet gering, gortig. Vaak als terechtwijzing. Vermeld door het WNT zonder vindplaats; en door Endt en Frerichs, met als voorbeeld: ‘Mijn moeder had 18. kinderen. Ik twee. Niet gepiest en toch nat.’ I.p.v. gepiest ook schertsend gepezen. Jij zit knijp omdat je voor ’n halfmiljoen an matterialen heb geïnd op een...

2024-04-27
Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

nat

zie stikken.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Lesbotaal Lexicon Lesbiaans : lexicon van de lesbotaal

Hanneke Kunst en Xandra Schutte (1991)

Nat

Nat - i) lustvocht. Zie ook creme de flamous. 2) in nat worden, zijn, geil, opgewonden raken, zijn. 3) glibberig, smeuïg of soppi. Zie ook uit de broek glijen, drijven, geil, het overstroomde land, pakje boter, smelten, soppen, daar springen de tranen van in mijn broekje, daar zakt m’n tampon van op mijn sokken en zwembad.