Wat is de betekenis van Luis?

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Luis

v. (luizen), 1. naam van een groep van ongevleugelde insecten met breed, plat lichaam, die als parasiet leven op mensenen zoogdieren (echte luizen, Pediculidae); inz. die soort welke op de mens leeft (hoofd- en klerenluis, Pediculus); (in zegsw.) hij wordt van de luizen opgevreten, zit vol ongedierte; — een hongerige luis, een begerig mens ;...

2025-07-17
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

luis

Het begrip luis heeft 3 verschillende betekenissen: 1) parasiet tussen veren of haren. klein insectje dat parasitair leeft tussen haren of veren op een dier of op een mens, zoals in het bijzonder hoofdluis; bijtende of bloedzuigende dierluis. 2) visluis. kleine kreeftachtige die parasitair leeft op een vis; visluis, zoals karperluis...

2025-07-17
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

luis

1) (1923) (Barg.) politieagent, vnl. te Leiden en Amsterdam en destijds erg populair onder de straatjeugd. Vermeld in het WNT zonder vindplaats. Ook wel: wegluis. • Luis: agent van politie. Deis je een luis! (E.G. van Bolhuis: De Gabbertaal. 1937) • Woorden, waarvan de betekenis aan de mens onaangenaam is, worden vaak omschreven of een n...

2025-07-17
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Luis

Zie Lodewijk

2025-07-17
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

Luis

Luis - Eigennaam 1. (mannelijke naam) jongensnaam

2025-07-17
Ewoud Sanders woordenboeken

Ewoud Sanders (2019)

luis

politieagent In deze betekenis in 1937 voor het eerst opgenomen in een Bargoense woordenlijst, De Gabbertaal van E.G. van Bolhuis. Hij geeft als voorbeeldzin: ‘Deis je, een luis!’ • Woorden, waarvan de betekenis aan de mens onaangenaam is, worden vaak omschreven of een niet algemeen gangbare benaming ervoor in de plaats gesteld. Bijvoorbeel...

2025-07-17
Jargon & Slang van Matrozen en mariniers

Marc De Coster (2017)

Luis

Luis - zo rap als een luis op een geteerde fokkemast: erg rap.

2025-07-17
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

luis

luis - zelfstandig naamwoord 1. insect dat op mensen en dieren leeft ♢ de kinderen hadden luizen in het haar 1. zo kaal als een luis [heel arm] 2. leven als een luis op een zeer...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-17
Begrippenlijst toerisme

Digischool (2010)

Luis

Luis is de naam van de orkaan die op 6 september 1995 het eiland Sint-Maarten voor een groot deel verwoestte. De schade op dit eiland, dat zijn inkomsten bijna volledig uit het toerisme haalt, bedroeg ruim een miljard gulden. Helaas als er zoveel verwoest is komen er geen toeristen meer, dus vallen de inkomsten weg.