Wat is de betekenis van laatst?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

laatst

laatst - Bijwoord 1. onlangs, kort geleden Laatst zag ik hem tot mijn verrassing in de kroeg. laatst - Bijvoeglijk naamwoord 1. onverbogen vorm van de overtreffende trap van laat "Dat is de laatste keer dat ik je dat zie doen!" bulderde hij...

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

laatst

laatst - bijwoord 1. waar niets of niemand meer op volgt ♢ vandaag is de laatste schooldag van het jaar 1. dat is het laatste redmiddel [waarna er niets meer aan te doen valt] 2...

2024-04-26
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

laatst

I. Zelfst. gebruikt, als bep. van gesteldh.: de laatste, het laatst: hij komt altijd de laatste binnen. II. In bijw. uitdr. waarin het zelfst. gebr. laatst door een voorz. wordt voorafgegaan: ten laatste, als tijdsbep.: uiterlijk, op zijn laatst; - ten langen laatste, ten slotte, eindelijk, ten langen leste. Bij...

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Laatst

adv., (lang)lêsten, lêstendeis, (h)okkerdeis; — op een avond, op een dag op een morgen, lêstenjouns, -deis -moarns, (h)okkerjouns, -deis, -moarns.

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Laatst

bn. en bw., I. bn., 1. in tijdsorde achterste,, die of dat een opeenvolging in de tijd sluit, door geen ander, door niets meer gevolgd wordt: de laatste maal; de laatste dag van het jaar; met de laatste post; op het laatste ogenblik, toen het net nog kon; dit is mijn laatste woord, meer zeg ik er niet van; (ook) verder...

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

laatst

bw. (onlangs).

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

laatst

('la:tst) [sup. van laat] I. bn. 1. een reeks van op elkaar volgende zaken of personen sluitend: het -e huis; op het -e ogenblik; in de -e tijd; hij kwam het van allen; uw -e brief; het -e kwartier van de maan. → maangestalten. Gez. op het van de maand, op het einde daarvan; op zijn -, op zijn uiterst; ten -e, na een opsomming, om te ken...

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

laatst

bn. en bw., I. bn., 1. in tijdsorde achterste; die of dat een opvolging in de tijd sluit, door geen ander, door niets meer gevolgd wordt: de laatste maal; de laatste dag van het jaar; op het laatste ogenblik, toen het net nog kon; dit is mijn laatste woord, meer zeg ik er niet van; (ook) verder ga ik niet; de laatste dingen, de dingen die het einde...