laatst - bijwoord
1. waar niets of niemand meer op volgt
♢ vandaag is de laatste schooldag van het jaar
1. dat is het laatste redmiddel
[waarna er niets meer aan te doen valt]
2. ik ben de laatste om dat te zeggen
[ik moet het zeker niet zeggen]
3. op het laatst had ik er genoeg van
[tenslotte had ik er genoeg van]
2. het kortst geleden
♢ de laatste tijd heb ik veel hoofdpijn
1. wanneer heb je hem voor het laatst gezien?
[welke keer was het kortst geleden?]
2. de laatste mode
[de nieuwste mode]
3. nog maar korte tijd (geleden)
♢ laatst kwam ik Willem tegen
Bijwoord: laatst
Synoniemen
daarnet, juist, nauwelijks, net, onlangs, pas, recentelijk, zo-even, zojuist
Tegenstellingen
al, allereerst, eerst, reeds, voorst
Gepubliceerd op 14-11-2017
laatst
betekenis & definitie