Wat is de betekenis van Laatstleden?

2025-07-15
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Laatstleden

adj., lêstlyn.

2025-07-15
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

laatstleden

bn. (jongste, pas geleden).

2025-07-15
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

laatstleden

(la:ts'te:dən) bn. en bw. laatst, pas geleden: donderdag.

2025-07-15
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

laatstleden

(het accent wisselt), bn., laatst verlopen, jongste; laatstleden vrijdag; ook achter de tijdsaanduiding: vrijdag laatstleden.

2025-07-15
Etymologisch Woordenboek

Instituut voor de Nederlandse taal

laatstleden

laatstleden geleed woord Zie: jongstleden

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Laatstleden

bn. bw. laatst verloopen: laatstleden (afgekort ll.) Vrijdag.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-15
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten