Wat is de betekenis van hiel?

hiel - Zelfstandignaamwoord 1. (anatomie) een enigszins uitstekend deel achteraan de voet 2. dat wat de hiel bedekt hiel - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hielen ♢ Ik hiel 2. gebiedende wijs van hielen ♢ hiel! 3. (bij...

hiel - zelfstandig naamwoord 1. de ronde achterkant van je voet ♢ als je loopt, zet je eerst je voorvoet neer en dan je hiel 1. een schoen met open hiel [waarvan de hiel niet bedekt is] ...

Achterkant van je voet. Het Latijnse woord hiervoor is ‘calx’. Medische woorden met ‘calc-’ komen daarvandaan. Een niet-medisch woord ermee ken je misschien. Als mensen zeggen dat iemand ‘recalcitrant is’, zijn ze boos omdat die persoon niet doet wat zij willen. Een trekezel heeft soms geen zin om een kar vooruit te trekken. Hij balkt dan en schopt...

(de, -en) hak - schoenen met hoge hielen, schoenen met hoge hakken Op de Boekenbeurs werken wij samen met drie hostessen. Het moet gezegd drie schoonheden waarop de Schepper nu eens echt zijn best heeft gedaan. Zij houden alle jonge Internetsurfers nauwgezet in het oog, maar op hoge hielen kan je niet snel genoeg zijn. - GvA, 04-11-1997.

Het gedeelte van de voet, dat vrij kwetsbaar is - de ‘achilleshiel’. Wanneer de hiel is verwond, dan is ons standpunt in het dagelijkse leven aan veranderingen onderhevig; ons vooruitkomen wordt belemmerd, of misschien moeten we ook ‘onze hielen lichten’. (Zie ook ‘Been’, ‘Voet’).

In het Waasch Idioticon noteert A. loos de platte verwensing kus mijn hielen! en geeft haar de betekenis ‘loop naar de maan!, verhaar!’ En Mullebrouck (1984) kent voor Vlaanderen ge hebt schone hielen, kapt het maar aan! Een bevredigende verklaring voor deze verwensing heb ik niet, omdat ik niet kan gissen waarop ...

De hiel is een even veronachtzaamd als bedreigd lichaamsdeel. Hoe gemakkelijk kan men daar een slangebeet oplopen! De seksuele betekenis van de droom is duidelijk: iets erotisch treft u op een gevoelige, onbeschermde plek. zie Slang.

Hak (van een schoen); schoenen met hoge hielen.

Alexander Franciscus Alphonsius Marie (‘Alexander’); geb. Den Haag 12 augustus 1872, overl. Zeist 19 juni 1921. Woonde en werkte in Den Haag tot 1895, Brussel 1895, Parijs tot 1897, Den Haag tot 1921, Zeist 5 februari 1921. Leerling vanH.J. van der Weele, G.J. Sijthoff en B. P. Schregel. Van beroep bediende, winkelier, rijwielhandelaar,...