Hij hield zich katoen
Hij deed net of hij niets wistde hielen lichten
er vandoor gaan, vluchten.Zijn hielen lichten
WeggaanDe hielen lichten
Ergens anders heengaanHet hieltje van de ham kluiven
Aan zijn laatste geld bezig zijnNaar zijn hielen omzien
Op de vlucht bedacht zijnNaar zijn hielen omzien
Op de terugtocht, op de vlucht bedacht zijnZijn hielen laten zien
VluchtenIemand de hielen likken
Iemand vleienHij kluift het hieltje van de ham
Zijn geld is bijna opiemand op de hielen zitten
de agent zit de dief op de hielen: de agent heeft de dief bijna te pakken.Iemand op de hielen zitten
Iemand vlak achterna zittenIemand op de hielen zitten
Iemand achterna zittenIemand op de hielen zitten
Iemand (dicht) achternazitten; ook: iemand scherp in ’t oog houdenIemand op de hielen zitten
Deze uitdrukking wordt uiteraard uitsluitend overdrachtelijk gebezigd, meestal met het woordje ‘dicht’ (op de hielen). Men bezigt ze wanneer iemand achterhaald wordt, bijv. door de politie of door sol...Lees meer