hiel - zelfstandig naamwoord
1. de ronde achterkant van je voet
♢ als je loopt, zet je eerst je voorvoet neer en dan je hiel
1. een schoen met open hiel
[waarvan de hiel niet bedekt is]
2. iemand op de hielen zitten
[hem achterna zitten]
3. iemands hielen likken
[op een kruiperige manier slijmen]
4. de hielen lichten
[ervandoor gaan]
Zelfstandig naamwoord: hiel
de hiel
de hielen
het hieltje
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk