Wat is de betekenis van hielbeen?

2024-04-28
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Hielbeen

is het bij onze huisdieren naar boven uitstekende been van het spronggewricht. Daar de kuitspier, die voor de strekking van dit gewricht moet zorgen, hieraan is vastgehecht, is een flink lang h. van betekenis.

2024-04-28
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Hielbeen

calcaneus, zie voetwortel.

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Hielbeen

o. (-deren), (ontl.) het grootste der zeven voetwortelbeenderen, in de hiel.

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

hielbeen

o.; een der voetwortelbeentjes.

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

hielbeen

o. (-deren) voetwortelbeen dat de hiel vormt: het van een mens, van een ➝ paard.

2024-04-28
Polulaire Geneeskundige Encyclopaedie

Dr. Ch. Bles (1929)

Hielbeen

zie Beenderen.

2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

hielbeen

o. (-deren), (anatomie) het grootste van de zeven voetwortelbeenderen, in de hiel (calcaneus). hielbeenfractuiir, v. (-turen), (ook: hielbeenbreuk), breuk in het hielbeen. (e) Een hielbeenfractuur behoort tot de letsels van de kleine botten, die tot een grote mate van invaliditeit kunnen leiden. Breuken in de onderzijde van het hielbeen genezen ov...

Gerelateerde zoekopdrachten