Wat is de betekenis van Hielen?

2024-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

hielen

hielen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord hiel

2024-04-28
Jargon & Slang van Prostituees en pooiers

Marc De Coster (2017)

Hielen

Hielen - haar zijn de hielen te kort: zij is een meisje van plezier. Iemand met korte hielen valt gemakkelijk, vandaar een zinspeling op een gevallen vrouw.

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Hielen

(hielde, heeft gehield), 1. (schoenm.) laarzen enz. van (nieuwe) hielen voorzien ; 2. (zeew.) een schip achterover doen hellen, om het voorste deel te kunnen herstellen ; het schip hielt, heeft te veel stuurlast; (ook) stoot; 3. (bouwk.) met een hiel, schuin afzagen ; — balken enz. met een hiel tegen elkaar plaatsen.

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

hielen

(hielde, heeft gehield) 1. van (nieuwe) hielen voorzien: schoenen -. 2. als met een hiel bevestigen: een schoor op een grondbalk -.

2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

hielen

(hielde, heeft gehield), (overg.) 1. laarzen enz. van (nieuwe) hielen voorzien; 2. met een hiel, schuin afzagen; balken enz. met een hiel tegen elkaar plaatsen.

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Hielen

Het begrip hielen heeft 2 verschillende betekenissen: 1. hielen - HIELEN (hielde, heeft gehield), (schoenm.) laarzen enz. van hielen voorzien; — (zeew.) een schip achterover doen hellen, om het voorste deel te kunnen herstellen; het schip hielt, heeft te veel stuurlast; (ook) stoot; — (bouwk.) den voet der kepers schuin afzagen; balke...

2024-04-28
Zeemans woordenboek

Jacob van Lennep (1865)

Hielen

o.w. - Met het achtereinde van het schip tegen den grond stooten.