Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Stek

betekenis & definitie

1. (tuinb.) Een s. is een veelcellig deel van een plant, dat men wortels wil laten vormen. Al of niet voorbereid wordt ze in een ruimte geplaatst, waar deze wortelvorming bevorderd wordt door toevoer van de noodzakelijke warmte en vochtigheid.

Het complex der omstandigheden moet geregeld worden naar de eisen, die de plant stelt, terwijl ook het stekmedium goed gekozen moet worden. Indien het weefsel gemakkelijk wortels vormt, komt dit veelal doordat er wortelbeginsels aanwezig zijn of doordat een bepaald weefseldeelhiervoor is gepraedisponeerd b.v. bij de druif. Bij moeilijk wortelende stekken ontwikkelen de wortels zich vaak op de callusprop. Sommige gewassen wortelen zo moeilijk, dat men bepaalde stoffen te hulp neemt (groeistoffen) om de wortelvorrning te bevorderen. Men kan s. maken van bijna alle meercellige organen, alhoewel niet bij alle planten dezelfde organen het gemakkelijkst wortelen. Het stekken heeft plaats in de volle grond, zowel als in bakken en kassen onder enkel en dubbel glas. In de volle grond worden bijna uitsluitend twijg-s. genomen.

Deze kunnen dan bij groenblijvende gewassen bebladerd zijn, bij de overige planten neemt men bladerloze twijg-s. Voorts stekt men scheuten, bladeren en wortels. Vruchten van sommige Cactecën zijn eveneens in staat wortels te vormen (z. Houtstek, Oogstek, Scheutstek, Bladstek, Wortelstok).

2. S. of put. Plaats van ontgraving.

< >