stek
stek - Zelfstandignaamwoord 1. een afgesneden takje waaruit een nieuwe plant kan groeien 2. een voerplek voor vissen 3. een plekje stek - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stekken ♢ Ik stek 2. gebiedende wijs van stekken ♢ stek...