Wat is de betekenis van stek?

2024-04-20
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

stek

stek - Zelfstandignaamwoord 1. een afgesneden takje waaruit een nieuwe plant kan groeien 2. een voerplek voor vissen 3. een plekje stek - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van stekken ♢ Ik stek 2. gebiedende wijs van stekken stek...

2024-04-20
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

stek

stek - zelfstandig naamwoord 1. bepaalde ruimte of punt in de ruimte ♢ de visser zit elke dag op zijn stek bij het water 2. afgesneden takje dat je in de grond zet om een nieuwe plant te maken ♢ ik heb van ha...

2024-04-20
Jargon & Slang van Voetballers

Marc De Coster (2017)

Stek

Stek - plaats waar een speler opgesteld staat.

2024-04-20
Groot wielerwoordenboek

Marc de Coster (2009)

stek

Positie, plaats. ‘Een korte stek rijden’: bovenaan in de uitslag eindigen. In Stuttgart pakte ‘beroeps’ Steven Rooks het zilver. Raymond Meys werd met de 38ste stek de beste landgenoot bij de amateurs. (Algemeen Dagblad, 26/11/1991) De Ronde van België ‘27 openbaarde voor hem een zekere Lode Muller: de neo-prof haalde een 7de stek, slechts door ee...

2024-04-20
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

stek

- voet bij stek houden, voet bij stuk houden. De reglementair vastgelegde startpremie, noch de prijzengelden van 2001 werden uitbetaald. ‘Het wordt hoog tijd dat we eens voet bij stek houden’, oordeelt Patrickxxx. - HN, 27-07-2002. - van zijn stek(ken) vallen, flauwvallen, van zijn stokje vallen.

2024-04-20
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

stek

afgesneden takje of stengeldeel dat wortels vormt wanneer men het in vochtige grond steekt, b.v. van geraniums, fuchsia’s, anjers. Door van groeistoffen gebruik te maken, gelukt het tegenwoordig om veel meer plantesoorten dan vroeger door middel van stekken te vermenigvuldigen.

2024-04-20
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

stek

1. Stok; - van zijn stekken vallen e.d., van zijn stokje vallen, flauw vallen; op zijn stekken staan e.d., op zijn benen staan. Terwijl deze dieper de aarde omsteekt, bakent hij met stekken de juiste maat van de put in de lengte en breedte af, TEIRLINCK 1952, 1, 146. 2. In de uitdr. voet bij stek houden, bij zijn voorne...

2024-04-20
Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

stek

stek - penis (vgl. stok) (Kryptadia 7, 5).

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-20
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Stek

1. (tuinb.) Een s. is een veelcellig deel van een plant, dat men wortels wil laten vormen. Al of niet voorbereid wordt ze in een ruimte geplaatst, waar deze wortelvorming bevorderd wordt door toevoer van de noodzakelijke warmte en vochtigheid. Het complex der omstandigheden moet geregeld worden naar de eisen, die de plant stelt, terwijl ook het ste...