Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Slip

betekenis & definitie

(1) S. of wielslip treedt op bij het doorslaan van de trekkerachterwielen. De bij een bepaald aantal wielomwentelingen werkelijk op de akker afgelegde afstand is bij wiel-s. kleiner dan de afstand. die bij dat aantal wielomwentelingen zonder wiel-s. zou zijn afgelegd.

S. treedt vooral op bij luchtbandentrckkcrs als de bodem vochtig en daardoor glad is. In het ergste geval draaien de wielen op de plaats zelf rond. Bij gebruik van een rupstrekker kan s. eveneens voorkomen, maar de kans erop is geringer doordat het aanrakingsvlak van aangedreven rups en bodem veel groter is en dus meer houvast geeft. Bij aanwezigheid van een differentieel in de achteras begint het wiel of de rupsband, die de minste weerstand ondervindt, het eerst te slippen. Verbetering hiervan krijgt men door een differentieelgrendel, die op sommige trekkers aanwezig is. Bij zwaar werk, zoals ploegen, is er altijd enige s. wat extra brandstof kost. Men tracht s. zoveel mogelijk te voorkomen door toepassing van antislipinrichtingen. Bij het optreden van veel s. smeert de grond dicht en kan structuurbederf ontstaan.

(2) S. bij riemoverbrenging is een verschijnsel, waarbij de omtreksnelheid van de aandrijvende riemschijf groter is dan die van de aangedreven riemschijf. Door het gebruik van riemhars, dat de riem stroever maakt, tracht men deze s. tegen te gaan. Verder is de riemspanning van invloed en de grootte van de omvattingshoek om de riemschijf. Een V-snaaroverbrenging heeft minder spoedig last van het optreden van s., omdat hierbij een groter deel van de schijf in aanraking is met de riem en het wrijvingsoppervlak dus groter is.

< >