(Lat. oger = veld), afgegrensd stuk grond, veelal tussen 2 greppels, dat gebruikt wordt voor de teelt van gewassen en telkenjare (soms meermalen per jaar; slechts bij de teelt van meerjarige gewassen met wat langere tussenpozen) geploegd of op andere wijze ‘zwart’ gemaakt wordt. Ook wel bouwland in ’t algemeen.
In Sur. is het een landmaat = 4294 m2 (z. Maten en gewichten).
