Constructie tussen een tweedelige aangedreven achterwiel-as, waardoor de achterwielen bij het maken van een bocht onderling een verschillend aantal omwentelingen maken. Op de beide binnenuiteinden der halve assen zitten gelijke conische tandwielen, waartussen 2 of 4 kleine conische rondsels, de z.g. satellieten, zijn bevestigd.
Deze satellieten draaien om vast in het satellietenhuis bevestigde assen. Aan de buitenkant van het satellietenhuis is het grote conische tandwiel, het z.g. kroonwiel, bevestigd, dat wordt aangedreven door het kleine conische rondsel, het z.g. pignon, op de, van de versnellingsbak komende, pignon-as.
Bij rechtuit rijden staan de satellieten stil en vormen de verbinding tussen linker en rechter ashelft. Bij een bocht gaat het ene achterwiel sneller lopen dan het andere, de satellieten gaan om hun assen draaien en corrigeren het verschil in omwentelingen der beide achterwielen.