zijn bedrijven waar de stamboekfokkers 4 biggen (2 borgen en 2 zeugen) afkomstig uit één worp kunnen laten onderzoeken op groeisnelheid en voederverbruik. De inzending van de biggen geschiedt op aanwijzing van de inspecteur van het varkensstamboek.
Zij moeten afkomstig zijn van ouderdieren met zeer goede exterieureigenschappen. Bij de inzending mogen de biggen niet zwaarder zijn dan een gezamenlijk gewicht van 80 kg.Wanneer de biggen gezamenlijk 88 kg wegen begint de proef, die verdeeld kan worden in een A-periode (tot 50 kg levend gewicht per dier) en een B-periode (boven 50 kg). De periode, voordat de biggen een gezamenlijk gewicht hebben van 88 kg, kan beschouwd worden als een overgangsperiode, zodat de dieren gelegenheid wordt gegeven om te wennen aan de omstandigheden op de s. en levens aan het voederrantsoen. De biggen worden om de 14 dagen gewogen zodat de groei gecontroleerd wordt. Verder wordt dagelijks het voer (z. Selectiemeel) voor ieder hok (waarin een 4-tal biggen is ondergebracht) afzonderlijk afgewogen en genoteerd. De varkens worden 3 X daags gevoederd.
De landvarkens worden afgemest tot een levend gewicht van 87-92 kg; Groot Yorkshire varkens tot een levend gewicht van 120-125 kg. Na slachting wordt de slachtkwaliteit bepaald.
Het verschil in afleveringsgewicht tussen landvarkens en Groot Yorkshires houdt verband met het feit dat een gedeelte van de landvarkens in de praktijk bestemd worden voor de baconbereiding, terwijl de Groot Yorkshires vooral hun bestemming vinden op de binnenlandse markt als slagersvarken (z. Varken . Bij de beoordeling van de landvarken-selectievarkens wordt dan ook speciaal gelet op baconkwaliteiten. De Groot Yorkshire-selectie varkens worden beoordeeld als slagersvarken.
De bepaling van de slachtkwaliteit zowel van de selectievarkens van het landras als van de Groot Yorkshire-selectievarkens vindt plaats op een centrale plaats en door één persoon, om de uniformiteit in de beoordeling zo groot mogelijk te doen zijn. De resultaten van de beoordeling op slachtkwaliteit, alsmede die van de gemiddelde groei per dier per dag en het gemiddelde voederverbruik, uitgedrukt in voedereenheden per kg gewichtstoename, worden in een selectierapport verwerkt. Dit rapport wordt o.a. toegezonden aan de inzender van de desbetreffende toom Wanneer de resultaten t.a.v. slachtkwaliteit, groei en voederverbruik gunstig zijn, dan wordt de desbetreffende toorn premiewaardig verklaard, hetgeen inhoudt dat aan de moeder van deze toom het praedicaat sterzeug wordt verleend.
De s. staan onder controle van de Commissie van Toezicht op de Selectiemesterijen (C.T.S.).
Met het selectiewerk d.m.v. de s. is men in Ned. begonnen in 1930.
In België worden de s. gecontroleerd door de Provinciale Verbonden van varkenshonden, die door de Regering worden gesubsidieerd. Het Vlaamse land telt er 3: Bevel, Scheldewindeke en Roesclare. De prov. Luik, Namen en Luxemburg hebben één s. te Marloie, met een centraal bestuur te Marche. In deze laatste s. worden de dieren volgens het Deens stelsel individueel gecontroleerd. Ook de Belgische s. onderzoeken naast de vleeseigenschappen het voederverbruik en de groeisnelheid.
Y. KROES / A. G. DUMON.
