In de selectiemesterijen worden in Ned. speciale voedermengsels gebruikt. Gedurende de A-periode (wanneer de varkens 22-50 kg wegen) wordt het z.g.
A-mengsel gevoerd. De samenstelling van het A-mengsel is als volgt: 500 dln gerstemeel, 333 dln maismeel (geel), 110 dln tarwegrint, 45 dln haringmeel, 15 dln mineralen, 0,5 dl vitamine A D, praeparaat. De voederwaarde van het mengsel komt overeen met 103 voedereenheden per kg selectiemeel A. Tijdens de A-periode wordt per dier 2 kg/dag ondermelk verstrekt. De verhouding verteerbaar werkelijk eiwit: zetmeelwaarde 1:5,6 ondermelk inbegrepen). Tijdens de B-periode (dus boven 50 kg) wordt het selectiemeel-B gevoerd met de samenstelling: 510 dln gerstemeel. 300 dln maismeel (geel), 60 dln cocosmeel, 30 dln sojameel (geëxtraheerd), 90 dln diermeel, 5 dln mineralen, 5 dln keukenzout.
Boven een levend gewicht van 50 kg wordt aan de selectievarkens geen ondermelk meer verstrekt. De verhouding verteerbaar werkelijk eiwit: zetmeelwaarde is gelijk aan 1 : 6,5. De voederwaarde van het selectiemeel-B komt overeen met 106 voedereenheden per 100 kg mengsel.Het s. wordt in Ned. op één centrale plaats gemengd, zodat op alle selectiemesterijen meel van dezelfde samenstelling wordt gevoerd.