Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Plantensociologie

betekenis & definitie

Tak van botanie, die zich bezighoudt met de bestudering van phytocoenosen (concreet) en plantengezelschappen (abstract). Oorspronkelijk, d.i. sinds 1807 (A.

VAN HUMBOLDT), beschouwde men voorn. het uiterlijk der vegetatie, zonder deze diepgaand te analyseren of acht te slaan op haar dynamiek. Sinds 1864 (KERNER VON MARILAUN) werd reeds met de floristische samenstelling der vegetatie en haar dynamiek rekening gehouden. de term p. dateert van 1896, het kwantitatief onderzoek van 1893 (STEBLER en SCHRÖTER, Wiesentypen der Schweiz); moderne methodiek en begripsapparaat van na ca 1918 (G. E. DU RIETZ, J. BRAUN-BLANQUET, H. GAMS, R.

H. YAPP) ; afzonderlijke ontwikkeling in de Ver.St. van na ca 1900 (F. E. CLEMENTS). De term p. is in zoverre niet gelukkig, dat hij een ( niet bestaande) analogie suggereert tussen de menselijkc samenleving en de samenleving van planten. Velen spreken daarom liever van vegetatiekunde of phytocoenologie: in het Anglo-Am. taalgebied gebruikt men de term ecologie (niet identiek met (o)ecologie in continentale zin) (z. ook Associatie, Geobotanie, Plantengeografie, Synoccologie).