noemt men de individuenmassa van levende of fossiele planten in samenhang met de plaats, waar deze groeit of gegroeid heeft en althans ten dele in de rangschikking, die zij uil zichzelf hebben, is ontstaan. .Akkers (met hun spontane onkruiden), graslanden, bossen (met spontane ondergroei) behoren dus tot de v., evenals alle meer natuurlijke begroeiing; niet als v. te beschouwen zijn b.v. de gezamenlijke bomen van een arboretum, een onkruidloos dahlia-bed.
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk