Tussen het gebied van hoge luchtdruk van de subtropen en de gordel van lage druk nabij de equator waaien de p. Bij de naar de evenaar gerichte luchtstroom voegt zich het effect der aardrotatie, waardoor de windrichting op het N. halfrond N.O. en op het Z. halfrond Z.O. wordt.
Aanvankelijk is de p. een droge wind, maar naarmate hij de evenaar nadert neemt hij waterdamp op en wordt vochtiger. Het systeem van de N.O. en Z.O. passaat beweegt zich in de loop van het jaar over enige afstand met de zon mee naar N. en Z. De p. zijn het regelmatigst ontwikkeld in het O. deel der oceanen, waar zich nabij de W. kusten der continenten in het subtrop. hoge drukgebied duidelijk uitgesproken maxima vertonen, die in verband staan met de koude zeestromingen langs deze kusten. Nabij de grote landmassa’s wordt het systeem der p. sterk gestoord, doordat zich in de zomer ten gevolge van de sterke verwarming boven het vasteland een gebied van lage luchtdruk vormt en in de winter door de afkoeling een gebied van hoge druk. Hierdoor wordt in het N. deel van de Indische Oceaan en in Z.O.Az. ten N. van de evenaar de N .O.passaat in de zomer geheel onderdrukt en waait er een wind uit de tegengestelde richting, de ZW.moesson. Door de zuiging van Austr. wordt in de Indische Archipel ten Z. van de equator in de zomer van het Z. halfrond de Z.O. passaat door de N.W. moesson vervangen. De Z.W. en N.W. moesson zijn vochtig, de N.O. en Z.O. moesson hebben het droge karakter van de N.O. en Z.O.passaat behouden.In W.. Indië waait in het gebied der Antillen dep. regelmatig gedurende het gehele jaar uit richtingen tussen O.N.O. en O., van de Eilanden boven de wind in de richting van de Eilanden onder de wind. Ook in de zee ten N. van Sur. is de windrichting O.N.O. tot O. Op Aruba, Curaçao en Bonaire is de p. zeer droog, de jaarsom van de regenval blijft er i.h.a. beneden 600 mm en het klimaat behoort tot het steppenklimaat BS. Op St Martin, Saba en St Eustatius valt jaarlijks 1000 tot 1100 mm regen en ligt het klimaat op de grens tussen het savanneklimaat Aw en het moessonbosklimaat Am. In Sur. valt 1500 tot 2500 mm per jaar; het klimaat van het kustgebied staat in het systeem van KÖPPEN op ongeveer dezelfde plaats als dat van de Eilanden boven de wind.
Verder het binnenland in treft men het Am-klimaat aan en in de hogere delen van het Z. het tropische regenwoudklimaat Af. Het passaatkarakter van de Z.O. moesson in de O. Ind. Archipel is zodanig, dat het tezamen met de regenrijke W. moesson het savanneklimaat brengt (afgezien van het bergland; in de droogste delen van O.Java en de eilanden ten O. daarvan en aan de Z.kust van Nw Guinea bij Merauke. Daaraan sluit zich een smalle strook aan met het Am-klimaat, terwijl elders bijna overal het Af-klimaat wordt aangetroffen.