Het geleidelijk verwijderen van de onderste takjes aan de stam, ten einde hierdoor waardevoller, noestvrij zaaghout te verkrijgen. In gesloten opstanden zorgt de sluiting van het bos zelf voor de z.g. natuurlijke stamreiniging, doordat deze onderste takken ten gevolge van gebrek aan licht als gevolg van de sluiting afsterven.
Toch is het ook dan bij vele houtsoorten nog gewenst deze dode takjes kunstmatig te verwijderen, omdat zij anders blijven zitten en in het hout ingroeien. Het o. moet in gesloten bossen echter i.h.a. beperkt blijven tot de dode takjes en tot de toekomstbomen, die voor zaaghout worden opgeleid.In Iaanbeplantingen en bij wijdstandige culturen (populierenbos), waar deze natuurlijke takreiniging ontbreekt, is men wel genoodzaakt ter verkrijging van goede stammen, ook levende takken te verwijderen. Men moet dit steeds doen als de takken nog dun zijn (liefst beneden 5 cm doorsnede) en verder zeer geleidelijk. Het verwijderen van zware takken uit oudere bomen moet zo veel mogelijk worden vermeden.