1. Toegankelijk maken van gebieden om de ontginning of exploitatie hiervan mogelijk te maken of (voor reeds in cultuur zijnde gebieden) de productie te verhogen en betere ontwikkelingsmogelijkheden te scheppen.
Vb.: aanleg van wegen en kanalen bij de vervening van hoogveengebieden; aanleg van wegen in ruilverkavelingen en van wegen in een bosgebied t.b.v. de afvoer van de bosproducten. In Ned. moeten nog grote gebieden in de lage venen en tassen de rivieren beter worden ontsloten (z. ook Verkaveling).2. (dierk.) Het opengaan van de baarmoederhals als het tijdstip van de geboorte nadert. Deze baarmoederhals bestaat, vooral bij het rund, uit een tamelijk stug weefsel en als een kalf met geweld verwijderd wordt voordat de koe voldoende ontsloten is, dan zal dit in de regel leiden tot een inscheuren of doorscheuren van de wand van de baarmoeder. Een dgl. scheur is in de meeste gevallen dodelijk.
3. (techn.) Behandeling van grondstoffen met chemicaliën met het doel de daarin aanwezige vezels i celstof) te winnen (z. b.v. Celstof en Carton). Ook het doden of stuk maken van de celwanden om de zich in de cel bevindende stoffen vrij te maken.
