Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Onkruidzaden

betekenis & definitie

1. (akkerb.) De ruimste definitie van een o. is, dat het zaad is van een plant, die op een bepaalde plaats niet behoort te groeien. Deze definitie laat ruimte om ook cultuurgewassen als onkruid te beschouwen.

Meer beperkend is de definitie van o., waarbij de zaden van alle niet-cultuurgewassen als o. worden betiteld, onafhankelijk of de opslag van deze onkruidplanten m.o.m. last veroorzaakt. In elk geval hebben de planten uit o. opgroeiend enkele eigenschappen gemeen: zij groeien gemakkelijk, ook bij minder gunstige groeivoorwaarden, zij vertonen een grote weerstand tegen droogte en koude, zij vermeerderen zich gemakkelijk, hetzij door zaad, hetzij door wortelstokken en uitlopers. Zij zijn hinderlijk, omdat zij groeien op plaatsen, waar ze niet nodig of ongewenst zijn.Verontreiniging van zaaizaad met o. is schadelijk, omdat:

(l) deze de opbrengst aan oogstproduct vermindert, als gevolg van de concurrentiestrijd tussen cultuurgewas en onkruid m.b.t. het opnemen van vocht, voedsel en zonlicht;

(2) deze de kwaliteit der oogstproducten vermindert en daarmede een daling van de handelswaarde bewerkstelligt ;

(3) deze de teeltkosten van het oogstproduct verhoogt ten gevolge van de hogere reinigingskosten;

(4) onkruidplanten schuilplaats bieden aan schadelijke insecten en aan micro-organismen, die plantenziekten verwekken;

(5) de aanwezigheid in groten getale van bepaalde schadelijke o. (wilde haver, duist enz.) de waarde van de grond verminderen.

De schade door onkruidverontreiniging is enorm en wordt alleen overtroffen (in sommige landen) door schade als gevolg van bodemerosie. Verontreiniging met onkruid wordt bevorderd:

(1) door uitzaai van onvoldoend gereinigde partijen (o.a. door het betrekken van zaad van buren, zonder voorafgaande schoning);

(2) door uitval van te velde gerijpte onkruidzaden, welke jarenlang in de bodem bewaard blijven zonder hun kiemkracht te verliezen en dan onder gunstige omstandigheden weer kunnen kiemen;

(3) d.m.v. de uitwerpselen van pluimvee, gevoederd met zaadafval, dat veel levende o. bevat;

(4) door het uitgroeien van wortelstokken en onderaardse uitlopers.

Bij het onderzoek van zaaizaad in Ned. worden alle o. als schadelijke onzuiverheid beschouwd en gelijk gewaardeerd, uitgezonderd enkele soorten, die als extra gevaarlijk worden beschouwd en wier aanwezigheid speciaal wordt vastgesteld, zoals de zaden van planten-parasieten (warkruid en bremraap) en van enkele bijzonder lastige onkruiden als wilde haver en duist. In talrijke staten maken de zaadwetten speciaal melding van bijzonder lastige o., zo b.v. in Am. en Canada waar men onderscheidt de gewone o. (common weedseeds) en de schadelijke o. (noxious weedseeds). Gewone o. zijn een plaag, schadelijke o. zijn een bedreiging voor de landbouw.

2. (veevoeding) Over de voederwaarde van o. zijn we i.h.a. tamelijk slecht ingelicht. Van een enkele verschijnen bijproducten op de voedermarkt. Een bekend vb. is de ravisonkoek, restant van de oliewinning uit herikzaad (Sinapis arvensis).
0. kunnen soms vergiftigingen veroorzaken; het bekendste vb. is wel de wonderolieboon (Ricinus communis); een ander vb. is bilzekruidzaad (Hyoscyamus niger).