Land zonder enige gebruikswaarde.
1. h.a. volkomen verwilderde stukken land, meestal slechts van geringe omvang, waar ontgraving, vuilstorting of puinopslag heeft plaatsgehad. In Ned. vooral verlaten grind- en mergelgroeven, voorts de kleiputten langs de rivieren. In andere landen aan de oppervlakte gelegen winplaatsen van ertsen, bruinkool e.d.