(of mononucleotiden) zijn de bouwstenen van de nucleïnezuren, waaruit ze door hydrolyse ontstaan; zij zijn ook als zodanig uit dierlijk en plantaardig weefsel geïsoleerd. De n. zijn fosforzure esters van de nucleosiden.
De fosforzuurrest kan zich met 1 of 2 moleculen fosforzuur onder het uittreden van water verbinden tot adenosine-di- en -trifosfaat (ADP en ATP). Deze verbindingen spelen een rol bij de koolhydraatverbranding in de levende cel. Door basische hydrolyse wordt uit het n. de fosforzuurrest afgesplitst en ontstaat het nucleoside adenosine. Nucleus. Wetenschappelijke naam voor celkern.