Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Merinoschaap

betekenis & definitie

Van origine een Spaans schapenras, dat zeer sterk veredeld is in de richting van een schaap met wol van een uiterst fijne kwaliteit. liet oorspronkelijke m. is een eenzijdig wolschaap en daarom minder geschikt voor de vleesproductie. De rammen zijn als regel gehoornd, de ooien ongehoornd.

Het zijn kleine dieren, waarbij het gehele lichaam benevens de poten en de kop met echte wol bedekt zijn. De huid hangt vaak, vooral aan hals, borst en schouders, in plooien over het lichaam. De wol van het m. is kort, uiterst fijn en zeer sterk gekronkeld. Dit ras heeft in belangrijke mate bijgedragen tot de verbetering van de wolkwaliteit bij andere schapenrassen. Door kruising met Eng. vleeswolschapen zijn de z.g. crossbreds ontstaan. In Frankr. werden omstreeks 1753 m. uit Spanje ingevoerd, die de grondslag legden voor het z.g. Rambouillel-ras, een wolvleestype.In Duitsl. werden omstreeks dezelfde tijd door FREDERIK DE GROOTE, eveneens uit Spanje, m. ingevoerd, die omgevormd zijn tot het zo bekende vlees-m.

Tegenwoordig worden enorme grote kudden m. gehouden in Austr. en Z.Afr. Ook in Ned. zijn m. ingevoerd, echter met gering succes doordat het klimaat en de bodem niet geschikt voor dit ras bleken te zijn. Doordat in Eur. de vleesproductie steeds meer op de voorgrond trad, heeft de fokkerij van m. daar tegenwoordig lang niet de betekenis meer, die ze vroeger had.

< >