is het overhellen, omknikken of zelfs geheel vlak liggen van gewassen, welke van nature omhooggroeien. de aanleiding is het overbelasten van de stengel, b.v. door het eigen gewicht van de plant (bij slappe Vlinderbloemigen zonder steun), door krachtige wind, regen of hagel of door het omlaagtrekken door rankende onkruidplanten. De oorzaak ligt er soms in, dat de bovenbedoelde inwerkingen abnormaal sterk zijn, maar moet dikwijls gezocht worden in een minder stevige stand van het gewas, zodat hel a.h.w. voorbestemd is om bij de eerste de beste normale belasting te gaan l.
De minder stevige stand kan worden veroorzaakt:1. door slechte verankering in de grond, hetgeen wel voorkomt bij zeer stevige en zware graanplanten (mais b.v.), wanneer de grond doorweekt is;
2. door verzwakking van de stengel door bijzondere redenen, zoals voetziekten, beschadiging door insecten of verwering van overrijpe gewassen;
3. door een te zwakke stengel, hetgeen eigen kan zijn aan het ras of aan het gewas, maar ook het gevolg kan zijn van teeltfouten als te dichte zaai, overmatige of eenzijdige bemesting met stikstof, te krappe kali-voorziening.