Wat is de betekenis van Legeren?

2023-04-01
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

legeren

légeren - Werkwoord 1. (ov) een leger inkwartieren Deze troepen waren bij de grens gelegerd. legéren - Werkwoord 1. (ov) verschillende metalen tot een verbinding samensmelten Hij legeerde goud met zilver en verkreeg zo elektrum....

Lees verder
2023-04-01
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

legeren

legeren - regelmatig werkwoord uitspraak: le-ge-ren 1. metalen vermengen ♢ rood koper ontstaat door legeren Regelmatig werkwoord: le-ge-ren ik legeer jij/u legeert ...

Lees verder
2023-04-01
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Legeren

[Lat. legare] = legateren.

2023-04-01
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Legeren

kamperen; metalen samensmelten

2023-04-01
Biologische encyclopedie

G. Th. van Kempen (1974)

legeren

omknikken of geheel vlak gaan liggen van van nature omhooggroeiende gewassen.

2023-04-01
De vreemde woorden.
woordenboek

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Legeren

vermaken; twee of meer metalen samensmelten

2023-04-01
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Legeren

is het overhellen, omknikken of zelfs geheel vlak liggen van gewassen, welke van nature omhooggroeien. de aanleiding is het overbelasten van de stengel, b.v. door het eigen gewicht van de plant (bij slappe Vlinderbloemigen zonder steun), door krachtige wind, regen of hagel of door het omlaagtrekken door rankende onkruidplanten. De oorzaak ligt er s...

Lees verder
2023-04-01
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Legeren

v., legerje; (van haas), lizze.

2023-04-01
Vreemde woorden in de natuurkunde en namen der chemische elementen

Prof. Dr. P.H. van Laer (1949)

Legéren

(Ital. legére = Lat. ligére = binden, verenigen). Samensmelten van metalen.

2023-04-01
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

legeren

1 nalaten, vermaken; 2 twee of meer metalen door smelting met elkander vermengen.

Lees verder
2023-04-01
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

legeren

I. zie legateren. II. legeerde, gelegeerd (It. legare [Lat. ligare = verbinden]: twee metalen samensmelten). III. legerde, h. gelegerd (1 een ligplaats aanwijzen of verschaffen; doen kamperen; 2 ergens kamperen): 1. de troepen op de heide legeren; 2. de troepen legerden op de heide; refl. de troepen legerden zich om de stad.

Lees verder
2023-04-01
Vreemde woordenboek

S. van Praag (1937)

legeren

nalaten, vermaken: samensmelten van metalen.

2023-04-01
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Legeren

(landb.). Als de planten, meestal door wind en regen, op den grond gaan liggen, noemt men dat l. Treedt het verschijnsel op in een stadium, dat de plant haar groei nog niet beëindigd heeft, dan richt zij zich weer eenigszins op, doordat de bladknoopen ten gevolge van het geotropisme van het weefsel van den bladknoop aan de naar den grond gekee...

Lees verder
2023-04-01
Jozef Verschueren

Jozef Verschueren (1930)

legeren

('le:gərən) (legerde, heeft gelegerd) 1. een ligplaats verschaffen. 2. doen kamperen : zijn krijgsscharen –. 3. gaan liggen : het koren kan –. 4. z i c h –, kamperen : de vijand had zich in de vlakte gelegerd.

Lees verder
2023-04-01
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Legeren

Legeren - van granen wordt veroorzaakt door geringe belichting van de onderste deelen der halmen. Deze worden daardoor abnormaal lang, de cellen eveneens, zonder dat hare wanddikte evenredig grooter wordt. Het gevolg is, dat door de geringe draagkracht en stevigheid de halmen gemakkelijk bij regen en wind gaan liggen. Jonge planten richten zich doo...

Lees verder
2023-04-01
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

legeren

((legerde, heeft en is gelegerd), I. (overg.) 1.een ligplaats verschaffen; 2. doen kamperen: hij had zijn troepen op de hoogte gelegerd; (gew.)kamperen; 3. zich zijn legerplaats opslaan: de vijand had zich in de vlakte gelegerd; 4. (bouwkunst) plaatsen, in verband leggen (van balken enz.); II.(onoverg.) (landbouw) plat liggen van landbouwgewas...

Lees verder
2023-04-01
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Legeren

LEGEREN, (legerde, heeft en is gelegerd), eene plaats verschaffen of aanwijzen om te liggen; zijn leger (ergens) hebben, opslaan. ZICH LEGEREN, zijne legerplaats opslaan de vijand had zich in de vlakte gelegerd, — (bouwk.) plaatsen, in verband leggen (van balken enz.); — (Zuidn.) (planten) in de aarde leggen, met aarde bedekken; &mdas...

Lees verder
2023-04-01
Beknopt kunstwoordenboek

I.M. Calisch (1864)

legéren

legéren - bw. gel., zie legateeren; metalen door smelting met elkander verbinden

2023-04-01
Nieuw woordenboek der Nederlandsche taal

I.M. Calisch (1864)

Legéren

Legéren, bw. gel. (ik legeerde, heb gelegeerd), zie LEGATEREN; metalen door smelting met elk. verbinden. *...GÉRING, v. (-en), zulk eene verbinding, alliage.

Lees verder