Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 18-11-2021

Laagstam

betekenis & definitie

Voor een deel worden onze fruitsoorten opgekweekt als hoogstamboom, ten einde de takken buiten het bereik van het vee te houden of om ruimte te scheppen voor het kweken van een vrij hoog opgroeiend ondergewas. Voor het eerste doel gebruikt men stammen van 1,80 à 2,25 m, terwijl men voor het tweede kan volstaan met stammen, die niet hoger zijn dan 1,50 en die halfstammen of l. worden genoemd.

De halfstam dreigde in de cultuur te zullen worden vervangen door de struikvorm, maar maakt thans weer opgang i.v.m. de mechanisering van het fruitteeltbedrijf. Men kan dan met de verschillende machines de grond tot kort bij de stam bewerken. Telers die de hoogte van 1,50 m nog overdreven vinden, kiezen thans de kwartstam, die een lengte heeft van 60 à 75 cm. Een enkele maal worden ook de struik- en de spilvorm wel l. genoemd, in vergelijking met de hallen de hoogstam.