Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Halfstam

betekenis & definitie

Ca 50 jaar geleden trof men in verschillende streken van Ned.fruitplantages aan, waarbij men gebruik maakte van vruchtbomen, die een stamlengte hadden van ongeveer 1,50 m en noemde deze h. Men ging van de veronderstelling uit, dat de teelt op h. vroeger en meer vruchten zou opleveren dan op hoogstam.

Men paste deze stamvorm toe, waar men de grond zwart liet. Zo b.v. in de bessentuinen in het Westland en in N.Holl. De halfstamboom is vrijwel geheel verdrongen door de struikvorm (laagstam), vooral na het in zwang komen van z.g. verzwakkende onderstammen. Nu men in de tegenwoordige tijd in de fruitt. gebruik gaat maken van machines, gaan er weer stemmen op om h. of kwartstammen te vormen, om het gebruik der machines te vergemakkelijken. Deze stammen zullen dan niet uit zaailingen gevormd worden, zoals vroeger het geval was, doch uit de East Mailing- en Wageningentypen. met uitzondering van de minst groeiende.

< >