behoren tot de oudst bekende fungiciden. Het gebruik als bespuitingsmiddel gaat terug tot 1882 (Bordeauxse pap).
Het gebruik als zaadontsmettingsmiddel was reeds in de 18e eeuw bekend (omscheppen van het zaad met kopersulfaat).Aangezien kopersulfaat sterk phytocide eigenschappen heeft, was het nodig alkalische stoffen toe te voegen (gebluste kalk, sodex), waardoor een pap ontstaat van basische sulfaten, basische carbonaten e.d. Deze basische stoffen hebben een gecompliceerde chem. samenstelling, die varieert met de wijze waarop de pap is samengesteld. Sinds ongeveer 1930 is de chem. industrie bezig geweest met het fabriceren van allerlei onoplosbare koperverbindingen, die zonder toevoeging van alkalische stoffen direct als spuitpoeder konden worden toegepast. Zo kent men van koper: fosfaten, basische sulfaten, silicaten, oxychloriden, oxydulen, e.d. In Ned. is vooral koperoxychloride (veelal CuCl2 3Cu (OH)2) van betekenis geworden. Daarnaast is ook koperoxyduul (Cu2O) in gebruik.
Een aantal koperzouten van organische zuren zijn als fungicide gebruikt in combinatie met minerale olie. Het gebruik hiervan strekt zich ook uit tot de houtconservering en de impregnering van visnetten, touw, textiel e.d.
De fungicide werking van de k. moet worden toegeschreven aan het koper-ion, dat de schimmelspore binnendringt en het ontkiemen daarvan verhindert. Pas later treedt ook de dood van de spore in. K. moeten dus worden toegepast, vóórdat de infectie geschiedt.
Op een aantal gewassen zijn k. niet bruikbaar, omdat het gewas een speciale gevoeligheid voor koper heeft (vooral vele fruitvar.). Op andere gewassen geeft koper soms een groeistagnatie, die zich kan uiten in een verminderde opbrengst. de hoofdtoepassing van de k. ligt in de wijnbouw (bestrijding van de valse meeldauw, (Plasmopara viticola) en in de aardappelteelt (bestrijding van de aardappelziekte, Phylophthora infestans). In de fruitteelt wordt als regel volstaan met één, zeer vroege bespuiting. In andere teelten worden de k. meer en meer verdrongen door de moderne organische fungiciden. Een aantrekkelijke eigenschap van vele k. is de herverdeling op de bespoten planten. Het praeparaat lost blijkbaar op in dauw of regenwater en wordt bij indrogen weer afgezet op plaatsen, die tevoren niet met koper bezet waren. Bij gewassen, die in hun groeiperiode zijn, is dit een belangrijk punt, dat k. onderscheidt van allerlei andere fungiciden.
De fungicide werking van koper is voorlopig nog niet overtroffen. Indien men overgaat op andere praeparaten, is dit steeds om redenen, die niet direct met de eigenlijke fungicide werking te maken hebben.