Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Huidaandoeningen

betekenis & definitie

kunnen bij onze huisdieren ontstaan door inwendige oorzaken, maar meestal is het een uitwendige invloed, die als primaire oorzaak moet worden beschouwd. Omtrent de werking der inwendige oorzaken is men niet in alle opzichten volledig georiënteerd.

Zo treedt b.v. bij runderen in de weide soms plotseling een soort oedeem van de huid op. waardoor de dieren plotseling een dikke kop schijnen te hebben gekregen, soms een snurkend geluid laten horen en verschijnselen van benauwdheid vertonen, doordat ook de keel oedemateus is opgezet. Men vermoedt hier met een soort atopic te maken te hebben, maar de eigenlijke oorzaak kent men niet.Zeer bekend is verder bij koeien het z.g. eczema solare, waarbij de witte huidgedeelten ontstekingsverschijnselen vertonen: wat dik, pijnlijk en te warm aanvoelend. Aan deze ziekte gaat nogal eens een langere of kortere periode met koliekverschijnselen vooraf. Zeer waarschijnlijk wordt de huid bij deze dieren door het ultraviolette licht geprikkeld, doordat ze tevoren m.o.m. gesensibiliseerd is. Dit overgevoelig worden zou dan het gevolg zijn van de opname van bepaalde stoffen (alkaloïden), zoals o.a. voorkomen in boekweit en sommige lupinesoorten. Ook St Janskruid (Hypericum perforatum), onderaardse klaver (Trifolium subterraneum) en zelfs mais schijnen een dgl. effect te kunnen hebben. Van de endogene sensib;toren zijn het vooral bepaalde galbestanddelen, die bij sommige leveraandoeningen in de bloedeirculatie komen, waaraan deze werking moet worden toegeschreven. Minder vaak dan bij runderen kan men deze h. ook bij schapen, varkens en paarden waarnemen. Bij een ernstige aantasting kan de witte huid geheel afsterven en gaan necrotiseren.

Van de h., die een uitwendige oorzaak hebben, moeten in de eerste plaats mok en rasp bij paarden worden genoemd. Deze treden op in de buigvlakte resp. van koot- en van voorknie- en spronggewricht. Hier is de oorzaak, naast een bepaalde aanleg, vooral te zoeken in onvoldoende verzorging, zodat het op de huid voorkomende vuil prikkelend kan gaan werken. Bij schapen ontstaat door aankleven van mest in de wol aan de achterhand een h., waarbij door infectie met vliegeneieren (van Lucilia calliphora), maden in de huid en zelfs in de spieren kunnen dringen. Ten slotte moeten dan nog twee besmettelijke h. worden genoemd nl. de huidschimmelziekte en de huidschurft.

Huidschimmelziekte, veelal Herpes of ringworm genoemd, wordt bij onze grote huisdieren vooral veroorzaakt door schimmels van het gesl. Trichophylon. Deze schimmel tast niet alleen de huid van onze huisdieren aan maar ook die van de mens. Dierverzorgers zijn er dan ook herhaaldelijk mee besmet. de aandoening openbaart zich aanvankelijk (vooral aan kop en voorhand) als kleine m.o.m. vochtige ronde vlekjes, die zich naar de omtrek geleidelijk uitbreiden en na enige tijd in het midden neiging tot genezing en terugkomen der uitgevallen haren laten zien. In de winter is deze h. vooral bij jonge runderen een vrij algemeen voorkomend verschijnsel. Opvallend is, dat hierbij weinig jeuk optreedt. Dit in tegenstelling tot schurft, die nog een ander verschil met de huidschimmelziekte vertoont nl., dat ze niet zo gemakkelijk van de ene diersoort op de andere overgaat.

De schurft wordt veroorzaakt door schurftmijten, waarvan bij onze grote huisdieren voorn. drie gesl. van betekenis zijn nl. Sarcoptes, Psoroptes en Chorioples. Merkwaardig is dat deze mijten op het lichaam der dieren bepaalde plaatsen hebben waar ze de huid bij voorkeur aantasten en dat deze plaatsen bij de verschillende diersoorten niet dezelfde zijn. In Ned. bestaat voor een infectie met Sarcoptes- of Psoroptes-mijten bij schapen, geiten en eenhoevigen volgens de bepalingen der veewet de aangifteplicht. Wat de genezing betreft zijn verschillende goede wasmiddelen in de handel. Bij zeer uitgebreide aantasting en als een groter aantal dieren behandeld moet worden, is de behandeling met SO2-gas in de gascel echter het meest doeltreffend.

TH. DE GROOT.

< >