fam. Cervidae, is een algemene naam voor verschillende soorten.
In Xcd. komen voor het edelhert, de ree en het damhert. De ree is de kleinste. Dit is een zeer slanke hertensoort en onderscheidt zich van de beide andere, doordat de staart niet of nauwelijks zichtbaar is. De ree kan mooi roodbruin gekleurd zijn. Het edelhert is het grootste wild en meer dan tweemaal zo zwaar als de ree. Het volwassen edelhert is ongevlekt, terwijl het kleinere damhert gevlekt is. Dit laatste onderscheidt zich van het edelhert door zijn prachtig gewei in de vorm van een breed en sterk vertakt blad. In 1953 waren er in België nog 43 exemplaren in het Kon. jachtdomein van Ciergnon. De h. vallen onder de Jachtwet en worden tot het wild gerekend. Zij kunnen schade veroorzaken door het grazen in landbouwgewassen en door het schillen van de bast van bomen in het bos en (door reeën) van vruchtbomen en griendhout. Verder doen zij schade door het vegen van geweien tegen takken en boompjes. De schade kan verminderd worden door afrastering, wildafweermiddelen en afschot.
H. vindt men in België praktisch alleen in de Ardennen. Volgens de statistieken van 1953 telde men 1592 jonge h., 2770 hinden en 1200 herten.