herten
herten - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord hert
Oosthoek (1984)
(Cervidae), zoogdierenfamilie, orde evenhoevigen (Artiodactyla), onderorde herkauwers (Ruminantia). Mannelijke herten worden gekenmerkt door een gewei dat, meestal vertakt, elk jaar wordt afgeworpen en door een nieuw vervangen. In Nederland en België komen in het wild drie soorten voor: edelhert, damhert en ree (in Vlaanderen alleen de ree).He...
Kon. Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen (1982)
In de bodem en in de ondergrond van Zeeland zijn geweien en skeletten gevonden van enige soorten herten, die hier vroeger leefden. De eerste grote zoogdieren die hier ongeveer een millioen jaar geleden begroeid land vonden, waren de mastodonten, herten en wilde paarden. Van deze herten had een soort (Euctenóceros falconéri) een...
drs. L.A. Beeloo (1981)
een familie der herkauwers. Het mannetje draagt een gewei (bij de rendieren ook het wijfje). Üit de rozestokken op het voorhoofdsbeen groeit het gewei op. Het damhert wordt 1,40 m lang en 90 cm hoog. Zijn gewei is schopvormig. Het leeft in Europa, Noord-Afrika, Zuidwest-Azië. Het edelhert leeft in Europa. Het wordt 2 m lang...
W.Eigener (1970)
Superfamilie Pecora Geweidragers Familie: Cervidae Herten Tot de herten behoren alle geweidragende herkauwers alsmede de geweiloze muskusherten en waterreeën. Geweien zijn beenuitgroeisels van het schedelbeen, die gedurende de groei door een krachtig doorbloede huid zijn omgeven en meestal jaarlijks worden afgeworpen. De hertenfamilie wordt g...
H. van de Werken (1969)
Zelfs als men weinig van dieren afweet, is het niet moeilijk, een hert te onderscheiden van andere herkauwers als runderen, antilopen of geiten. Deze laatste dieren hebben namelijk hoorns terwijl herten, op enkele uitzonderingen na zoals de kleine kantjil, een gewei dragen en dan nog uitsluitend de mannetjes. Alleen bij de rendieren hebben ook de w...
Lize Stilma (1961)
Onder de herten, die tot de familie der herkauwende éénhoevigen behoren, treffen we verschillende soorten aan. De meeste mannetjes dragen een gewei, dat jaarlijks wordt afgeworpen en opnieuw aangroeit.
Veerman (1954)
fam. Cervidae, is een algemene naam voor verschillende soorten. In Xcd. komen voor het edelhert, de ree en het damhert. De ree is de kleinste. Dit is een zeer slanke hertensoort en onderscheidt zich van de beide andere, doordat de staart niet of nauwelijks zichtbaar is. De ree kan mooi roodbruin gekleurd zijn. Het edelhert is het grootste wild en m...
Gedigitaliseerd Ensie (1950)
(familie Cervidae) ♂♂ dragen een gewei, dat jaarlijks afgeworpen wordt en opnieuw gevormd wordt door het uitgroeien van beenknobbels op de voorhoofdsbeenderen ('rozestok'). ♀ draagt geen gewei, uitgezonderd het rendier ♀ Planteneters, herkauwers. Overwegend schemerings- en nachtdieren.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: