Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Herontginning

betekenis & definitie

Grondverbetering op reeds in cultuur zijnde gronden, d.w.z. blijvende of althans langdurige vergroting van het voortbrengend vermogen van deze gronden. H. is gewenst, indien bij de oorspronkelijke ontginning fouten zijn begaan, hetzij door verkeerde uitvoering, hetzij door het nalaten van noodzakelijke bewerkingen.

Zo werd vroeger bij vele heide-ontginningen geploegd zonder de gewenste verwisseling van de lagen van het profiel voldoende in acht te nemen. De plag is dan m.o.m. onverteerd op enige diepte onder de bouwvoor komen te liggen. Werd daarentegen ondiep geploegd, dan vormt de ongebroken koffiezandlaag een storende bank in het profiel. Vaak werd egaliseren nagelaten. Op menige veenontginning is het vaste veen onder de bovengrond onvoldoende diep doorgespit of is de bezandingsdikte te gering gebleven.

Niet altijd zijn het fouten in de ontginning, die tot h. noodzaken. M.n. bij veengronden kunnen in de loop van het gebruik gebreken ontstaan, die h. gewenst doen zijn. Ongelijke inklinking bij vergroten van de ontwateringsdieptc en plaatselijkc verdichting van lagen in het veenprofiel zijn hiervan vb. Ook kan onjuist gebruik van het land h. noodzakelijk maken: verwaarlozing van grasland, te geringe of te diepe ontwatering.

H. moet nauwgezet worden uitgevoerd. Vooral bij egaliseren worden vele fouten gemaakt. H. leent zich bij uitstek voor uitvoering door de boer in perioden, waarin de werkgelegenheid op het bedrijf gering is. Deze werken vergen veel arbeid. Machinale uitvoering is lang niet altijd mogelijk. H. is duur en bij de in 1950 geldende grondprijzen i.h.a. voor de landgebruiker niet rendabel. Aan de uitvoering is een groot nationaal-econ. belang verbonden. Vele h. worden dan ook door de Overheid gesubsidieerd (z. Boerenwerken).

< >