Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Profiel

betekenis & definitie

(bodemk.) is een verticale doorsnede van de bodem, waarin een bepaalde opeenvolging van verschillende lagen of bodemhorizonten te zien is. Een p. wordt bestudeerd in een profielkuil aan een profiewand, d.w.z. in een in de bodem gegraven kuil ter diepte van ca 1,50 m, waarvan een wyand vlak is afgestoken.

De bodem kan nu in haar natuurlijke ligging en onder natuurlijke omstandigheden worden bestudeerd; eveneens kan de onderaardse ontwikkeling van de planten worden onderzocht. Allerlei zichtbare, voelbare en proefbare eigenschappen van de verschillende lagen en horizonten kunnen worden nagegaan. Een bodem-p. is de kleinste bodemkundige eenheid. Er zijn praktisch geen 2 profielen, welke aan elkaar gelijk zijn. Men kan een aantal in eikaars nabijheid liggende profielen, die bijna gelijke eigenschappen hebben en dezelfde invloed hebben op de plantengroei verenigen in een bodemtype (soms spreekt men minder juist van profieltype). Ter karakterisering van zon bodemtype kan een profielbeschrijving worden gemaakt van een standaard-p., een typerend p. dus.

In een p. kunnen allerlei geogene (verschillende lagen bestaande uit verschillende grondsoorten) en pedogene (verschillend gekleurde lagen van dezelfde grondsoort) bodemeigenschappen worden nagegaan. Door de pedogene krachten die op de bodem werken (klimaat, vegetatie, grondwater en tijd) kan men in een p. een aantal bodemhorizonten onderscheiden. Deze horizonten worden aangeduid met de letters A, B, C en G. Vooral onder invloed van klimaat, vegetatie en grondwater zijn er in ons land een groot aantal bodem-p. ontstaan. Waarvan hier de belangrijkste zullen worden genoemd. de meeste komen voor in de zandgronden, waarin de kleurverschillen het duidelijkst spreken.We onderscheiden heide-, bos- en cultuurgrond-p. (grasland-, bouwland-, oudbouwlandprofielen). Door studie van bodem-p. leert men allerlei eigenschappen van de bodem kennen, die voor de plantengroei en speciaal voor de opbrengsten van de cultuurgewassen belangrijk zijn. De profielstudie is de basis van het veldbodemkundig onderzoek, hetwelk resulteert in de studie, welke bodemkartering wordt genoemd en waarbij men de op regelmatige afstanden van elkaar in een terrein bestudeerde p. samenvoegt in bodemeenheden (bodemtype, bodemreeksen), welke worden beschreven en op een kaart worden omgrensd. Incidenteel profielonderzoek is eveneens van grote waarde. Zodra men de verbreiding en omvang van de waargenomen verschijnselen leert kennen, worden belangrijke inlichtingen omtrent de bodemgesteldheid en de landbouwkundige waarde van de gronden verkregen. Naast het profielonderzoek is chemisch grondonderzoek in het laboratorium ter vaststelling van de vruchtbaarheid van de gronden t.b.v. het bemestingsadvies zeer gewenst. Door gelijktijdig bestuderen van de ontwikkeling en beworteling van de gewassen en van de bodem-p. kan worden nagegaan door welke oorzaken de planten op verschillende plaatsen (soms vlak naast elkaar gelegen) zo verschillend groeien.