Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Haas

betekenis & definitie

Lepus europaeus PALLAS, komt in geheel Ned. voor; js op vele plaatsen schaars, op andere zeer talrijk (o.a. in de N.O. polder, de Wieringermeerpolder en Z.O. Utrecht).

De h. leeft van knollen, wortelgewassen, graan, kool, klaver, enz. De h. is in de bosb., maar vooral in fruitstreken, een gevreesd dier door het schillen van jonge boompjes. De jaarlijkse hazenschade aan de fruilt. werd in de jaren 1945-1950 op f 260.000 per jaar gesteld. Ook in de bosb. kan de schade aanzienlijk zijn. De schade is te voorkomen door wildafweermiddelen of door afschot. Afschot Vergunningen worden de laatste jaren gemakkelijker verkregen dan vroeger. In andere cultures is de h. niet zo schadelijk of zelfs indifferent (b.v. in weidegebieden). De h. werpt tot viermaal per jaar jongen, de eerste maal soms reeds in Jan.-Febr., de laatste maal in Sept.-Oct. de worpen variëren van 2-4 stuks per worp, zelden werpt zij meer dan 4 jongen. In langdurende winters sterven de jongen van de eerste worp vaak.

De h. is een zeer gewild jachtobject. In het jachtseizoen 1948 49 werden minstens 270.000 h. in Ned. geschoten. Thans is het jaarlijkse afschot nog hoger, zodat de aanwezigheid van de h. naar de afschotcijfers berekend, een econ. voordeel kan zijn, dat misschien zelfs tegen de schade opweegt. De h. onderscheidt zich van het konijn door zijn grotere lichaamslengte, zijn langere oren, die langer zijn dan de kop. zijn bruine vacht met witte ondervacht idic bij het konijn blauwgrijs is en doordat hij geen ondergrondse gangen maakt. Ook is de h. niet zo honkvast als het konijn. Afstanden van zelfs 15 km worden afgelegd. In sommige jaren treedt een massale sterfte door coccidiose op. Thans is in Ned. overbrenging van tularaemie op de mens te vrezen.

< >