1. Gedeelte van de wildstand, dat moet worden weggeschoten; te oude of zieke dieren, het op een bepaalde oppervlakte te veel aan wild, schadelijk wild.
2. (bouwk.) Men spreekt ook wel van a. van vloeren, platte daken, goten, rioolbuizen etc. als deze met enige helling worden gelegd (voor waterafvoer). De helling wordt a. genoemd.