Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Goela

betekenis & definitie

is de Indon. benaming voor suiker. Goela djawa is de verzamelnaam voor Indon. bruine suiker, welke in stukken en brokken wordt verkocht en gefabriceerd uit inheems suikerriet of suikerhoudend palmsap.

De op deze laatste manier bereide suikers worden echter ook wel aangeduid met de naam van de betrokken palm erbij zoals goela klappa en goela aren (z. Palmsuiker). De g.d. uit suikerriet is geen gekristalliseerde suiker, maar het ingedampte, tamelijk onzuivere sap, dat na- te zijn ingedampt tot een dikke bruine stroop in vormen wordt gegoten, waarin het verstijft en vervolgens op de pasar als g.d. of goela mangkok wordt verkocht. Het bevat dan 75-80% saccharose, 10% invertsuikers en 8% vocht benevens wrat mineralen en eiwitstoffen.De winning van het sap gaat meestal primitief met houten molens, hoewel steeds meer ijzeren molens in gebruik komen. Het sap wordt in open pannen gekookt en ingedikt, waarbij vuil en eiwitachtige stoffen in het schuim worden afgeschept. Hiertoe wordt enige kalk toegevoegd.

G. toebroek is een bruine suiker, die minder hygroscopisch is dan de g. djawa en welke vooral in China veel aftrek vindt. Hierbij wordt het op de gewone wijze gekookte en ingedampte rietsap (van suikerriet) gegoten in een ton, waarin een roertoestel beweegt. Hierbij vormt zich onder zware verdamping een dikke korrelig bruine massa, welke na afkoeling wordt gezeefd en een product levert, dat verscheidene maanden in zakken kan worden bewaard en in prijs aanmerkelijk hoger is dan de g. djawa.

< >