Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gepubliceerd op 17-11-2021

Gebruiksrecht

betekenis & definitie

is de bevoegdheid, enig goed, inzonderheid een onroerend goed, te gebruiken en de opbrengst ervan te benutten, gepaard gaande met de plicht tot behoorlijke verzorging. De pachter heeft het g. van agrarisch eigendom binnen de grenzen van zijn pachtcontract.

De term duidt geen bijzondere rechtsverhouding aan.G. (Indon.) is een zakelijk recht. de uitdrukking erfelijk individueel g. heeft dezelfde betekenis als erfelijk individueel bezitsrecht.

Inlands bezitsrecht op bouwgronden, visvijvers of woonerven kan niet slechts door een individu, doch ook door een groep (meestal verwantengroep, familie) uitgeoefend worden. de tot zulk een groep behorende gezinnen zijn dan ieder vaak gerechtigd tot een deel van de groepsgrond. Dit afgeleide recht wordt eveneens g. genoemd. Ook het recht, dat in sommige streken van Indon. verkregen wordt door met toestemming van de gemeenschap een akker aan te leggen op een door een ander groepsgenoot bezeten grondstuk, is een gebruiksrecht.