Het eigendomsrecht, betrekking hebbende op onroerende goederen, bestemd voor agrarische doeleinden (landb., veet., tuinb., bosb.) en onderworpen aan de speciale regelen hiervoor gesteld (Besluit Vervreemding Landbouwgronden, Pachtbesluit), boven en behalve de regelen die in het B.W. voor het eigendomsrecht i.h.a. zijn gesteld. Ook, bij uitbreiding, onroerende goederen van agrarische aard, bestemd voor agrarische doeleinden.
In Indon. een vorm van recht op grond, waarin Indonesiërs hun erfelijk individuele bezitsrechten op grond kunnen omzetten, nl. om met de grond vrijelijk te kunnen handelen naar de normen van het eigendomsrecht volgens het B.W. Het vloeit voort uit de Agrarische Wet en het Agrarisch Besluit en is nader geregeld bij Ind. S. 1872 No 117, gewijzigd bij Ind. S. 1897 No 234. Van deze mogelijkheid werd in de praktijk weinig gebruik gemaakt, omdat van de aanvang af toch beperkende bepalingen werden gesteld - o.a. ten aanzien van verkoop aan niet-Indonesiërs waardoor er in feite weinig verschil bestond met het erfelijk individuele grondbezit.