is een fokmethode, die wordt toegepast met de bedoeling om goede gebruiksdieren te fokken. Het betreft hier een kruising, d.w.z. in de veet.: paring van dieren van verschillende rassen.
Door deze g. krijgt men producten, die de dominante eigenschappen, waarvoor de beide ouderdieren fokzuiver zijn, in zich verenigen. Ze zullen daarvoor zelf echter vaak fokonzuiver zijn, zodat ze als fokdier niet geschikt zijn. Daarvoor is de fokwaarde te gering. Een bekend vb. van g. was de vroeger veel toegepaste kruising van een warmbloed landbouwpaard met een koudbloed trekpaard. Daardoor ontstond een dier, dat de massa van het trekpaard rn.o.rn. in zich verenigde met het temperament van het warmbloed. In het buitenland, voorn, in Am., wordt tegenwoordig in de varkensfokkerij kruising van 2 of 3 rassen veel toegepast wegens het verschijnsel der heterosis, dat men waar kan nemen. Ook deze fokmethode kan men als een vorm van g. beschouwen.