Transporteur voor losgestort materiaal, bestaande uit ketting of band, waaraan bakken, vorken of pinnen bevestigd zijn. Ook genoemd jacobsladder (z.
Transport van vaste stoffen). Op de boerderij gebruikt men voor het opvoeren van graanschoven en hooi bij een mijt vaak een verplaatsbare e., in de schuur een stationnaire. Ook is de e. een onderdeel van vele landbouwmachines. Bij zelfbinders treft men 2 doeken aan, die het gemaaide graan naar boven over het hoofdwiel van deze machine omhoog voeren naar de bindtafel; bij dorsmachines en maaidorsers wordt een e. of jacobsladder gebruikt voor het omhoog brengen van graankorrels en van niet uitgedorste aren.
Bij enkele aardappelrooimachines komen elevatorkettingen voor, die de knollen en de aarde schuin omhoog transporteren, waarbij door een schuddende beweging van de ketting de aarde wordt uitgezeefd.