1. (sierteelt) Vingerhoedskruid, lot de fam. der Scrophulariaceae behorende eenjarige en overblijvende planten. D.purpurea L., tweejarige behaarde plant met eironde tot langwerpige bladeren in rozetten, buisvormige, hangende, karmijnrode, van binnen gespikkelde bloemen in naar één zijde gekeerde trossen.
Inheemse plant, geschikt als schaduwplant; variëteit gloxiniflora GRÖNL. et RPL., met grotere, donkerder bloemen. D.lutea L., bloemen geel. D.grandiflora MILL., bloemen bleekgeel, van binnen bruin gevlekt.2. (kruidenteelt).
Het blad van de 2-jarige D. purpurea — Folia Digitalis — is belangrijk in de geneeskunde en bevat giftige glucosiden. Het wordt veel verzameld in Midden Èur. gebergten. In veel landen gekweekt.
Cultuur:
Zaaien in Mrt onder platglas, 1 g zaad per raam, uitplanten in Mei op 40 X 30 cm afstand. Kan ook in Apr.-Mei ter plaatse worden gezaaid, 20 g zaad per are, rijen op 30 cm. Het blad der rozetten oogsten in Juli en Sept. Opbrengst 250-300 kg per are; indrogen 1 op 7.
D.Ianata EHR., wollig vingerhoedskruid, is een 2-jarig gewas, waarvan het blad - Folia Digitalis lanatae - belangrijk is in de geneeskunde. Het wordt veel verzameld in de Donaulanden; ook gekweekt. Cultuur: Zaaien half Apr., op rijen met 30 cm afstand, 10-15 g zaad per are. Oogsten in Aug. Opbrengst 150 kg per are; indrogen 1 op 5.